Madeleines


Madeleines
-
Keukens Franse keuken
-
Basis Deeg / beslag
-
Voor Zoetekauwen
Wat zijn madeleines?
Madeleines (spreek uit: ‘mah-de-LÈHN’) zijn kleine Franse cakejes gemaakt van ei, suiker, boter, bloem en citroenrasp, gebakken in de vorm van een schelp. Er gaat ook wel rum en/of vanille doorheen.
Het verhaal gaat dat, op een dag in 1755, de kok van de hertog van Lotharingen vergeten was een dessert te maken. Een jonge keukenassistente, Madeleine genaamd, redde het diner door kleine cakejes te bakken zoals ze die van haar oma uit Commercy had geleerd. De stad Commercy, gelegen in de regio Grand Est (voorheen Lotharingen, waar ook de quiche vandaan komt) staat tot op de dag vandaag bekend om zijn schelpcakejes. Hier wordt het gros van alle (verpakte) madeleines die je in de winkel vindt gemaakt.
Commercy is dan misschien de geboorteplaats van dit gebakje, maar het was de schrijver Marcel Proust die de madeleine wereldberoemd maakte. In zijn het eerste deel van zijn levenswerk Op zoek naar de verleden tijd vertelt hij hoe hij, tijdens het eten van een madeleine, wordt overspoeld door jeugdherinneringen.
Wist je dat...
De Fransen kopen hun gebak eigenlijk standaard buiten de deur – er is in bijna elk dorp wel een goede patissier te vinden. De madeleine is de uitzondering die de regel bevestigt: het is zo ongeveer het enige gebakje dat men thuis maakt, en je vindt dan ook recepten voor madeleines in bijna elk Frans basiskookboek.
Bereiding madeleines
Suiker en eieren worden met een snuf zout flink opgeklopt. Hier gaat citroenrasp doorheen en gesmolten, eventueel gebruinde en weer afgekoelde boter. Rum, vanille, oranjebloesemwater of honing zijn mogelijke extra smaakmakers. Om het beslag af te maken wordt er bloem en bakpoeder doorheen gevouwen. Na een rustpauze in de koelkast wordt het beslag in een speciale madeleinebakvorm geschept en een kleine 10 minuten gebakken. Ze worden het liefst direct na het afkoelen gegeten; een madeleine blijft niet lang lekker.
How to eat
Een madeleine op zichzelf is wat aan de droge kant, helemaal als het cakeje is bestoven met poedersuiker. De Fransen eten hun madeleine dan ook graag gedoopt in een kopje thee. Proust had zijn eigen wijze: hij nam lepeltjes thee en weekte daarin kleine brokjes madeleine.
Erbij
Proust dronk er een tisane van lindebloesem (Tillia) bij, maar eerlijk gezegd smaakt het cakeje bij alle soorten thee geweldig.
Probeer ook eens
La douce France heeft heel wat lekkers aan gebak op het menu. Van croissants tot macarons, ze hebben allemaal hun eigen suikerzoete charme.