Wat is sake?

Sake (spreek uit ‘sa-kee’) is het nationale drankje van Japan en een onmisbaar onderdeel van de Japanse maaltijd. Het bestaat uit gefermenteerde kortkorrelige japonicarijst, koji (gist gemaakt van rijst) en water.

Sake bestaat vermoedelijk al zo’n dertienhonderd jaar; in een boek uit het jaar 713 wordt voor het eerst melding gemaakt van een drank gemaakt van rijst.

Er zijn vele categorieën en indelingen voor sake. Zo zijn er premium en non-premium sakes, en is er een indeling die afhankelijk is van de mate waarin de rijstkorrels zijn gepolijst. Ook kunnen sakes worden ingedeeld naar smaak en drinktemperatuur. Zo drink je de kunshu sake (aromatische sake) tussen 8 en 15 °C. Soshu sake (verfrissende sake), de meest gedronken sake in Japan, is eerder licht en wordt het koelst gedronken, bij 5 tot 10 °C. Volle junshu (rijke sake) is de meest traditionele sake en wordt warm gedronken, tussen 15 en 18 °C. De duurste en zeldzaamste is jukushu sake (gerijpte sake), vol en diep van smaak en het lekkerst bij 15 tot 25 °C.

Sake kan ongefilterd zijn, sprankelend of onverdund, met een hoger alcoholpercentage dus. Het gewone alcoholpercentage ligt trouwens rond de 15%. Ook zijn er sakes met een smaakje: pruim bijvoorbeeld, en sake die op Franse eikenhouten vaten worden gerijpt. De wereld van de sake is extreem veelzijdig!

De Japanners nemen sake minstens zo serieus als de Fransen hun wijn en de Belgen hun bier. Het zou je dan ook niet hoeven verbazen dat er sake-sommeliers zijn, evenals wereldkampioenschappen voor deze sake-sommeliers.