Croissant


Croissant
-
Keukens Franse keuken
-
Basis Deeg / beslag
-
Voor Carb lovers
Wat is een croissant?
Neem een hap van een goede Franse croissant (spreek uit: ‘krwa-san’) en je bent in de wolken: het luchtige, knapperige en tegelijkertijd boterige halvemaanvormige broodje is niet voor niets overal ter wereld een ontbijtfavoriet. Croissant betekent trouwens ook letterlijk ‘halve maan’.
Hoe Frans we de croissant ook vinden, de lekkernij is eigenlijk afgekeken van de Oostenrijkers. Om te vieren dat de Hapsburgers in 1683 tijdens de slag om Wenen de Ottomanen versloegen, bedachten ze een licht gezoet, maanvormig broodje, kifpel genaamd. (De vorm verwijst naar de halve maan op de Ottomaanse vlag.) De Oostenrijkse Marie Antoinette bracht het broodje vervolgens in de achttiende eeuw, na haar huwelijk met koning Lodewijk XVI, mee naar Frankrijk en liet het nabakken als remedie tegen haar heimwee.
Geschiedkundigen betwijfelen of dit verhaal klopt – het zouden ook de Weense bakkers uit het negentiende-eeuwse Parijs kunnen zijn geweest die het halvemaanbroodje populair maakten onder de Franse bevolking. Hoe dan ook, de Fransen maakten zich de croissant eigen door bladerdeeg te gebruiken in plaats van zoet wit brooddeeg. (Bestel je een kipfel in Oostenrijk of Duitsland, dan krijg je tegenwoordig een halvemaanvormig koekje.)
Wist je dat...
Voedselproducenten in de Verenigde Staten hebben de croissant sinds de jaren 1980 verschillende make-overs gegeven. Uitvindingen als de cronut (kruising tussen croissant en donut), de baissant (kruising tussen croissant en bagel) en de pretzelcroissant hebben nog weinig met het origineel te maken, maar dat neemt niet weg dat Amerikanen er dol op zijn.
Bereiding croissants
Maakt een bakker zijn eigen croissants met de hand, dan kneedt hij of zij een deeg van bloem, eieren, boter, suiker, zout, gist en water. Dit deeg mag rusten en rijzen (tot wel een hele nacht) voordat het tot een rechthoekig pakketje wordt gevouwen. Dit wordt uitgerold en dubbelgeklapt, met een dunne plak boter ertussen – feuilletage genaamd. Het geheel wordt meermaals uitgerold en gevouwen, een proces dat tourner (toeren) heet. Het resultaat is een deeg met vele flinterdunne dagen boter erin, dat niet alleen tot croissants wordt gerold maar waar ook o.a. pain au chocolat en pain aux raisins van worden gemaakt. Het deeg gaat de koelkast in, wordt dan in driehoeken gesneden en tot croissants gerold. De croissants worden met ei bestreken en mogen nogmaals rijzen (een paar uur tot een nacht). Dan worden ze weer bestreken met ei en eindelijk gebakken.
How to eat
Fransen eten hun croissant als ontbijt, meestal zonder iets erop. Wel soppen ze ‘m lekker in een kop koffie. Een lik mooie jam of marmelade mag, al is het niet heel gebruikelijk in het land zelf. Boter is een no-no – het broodje zit van zichzelf al boordevol boter.
Erbij
Een kop koffie is alles wat je nodig hebt.
Probeer ook eens
Andere bekende Franse broodbaksels zijn de baguette en de croque monsieur.